Totaal aantal pageviews

donderdag 29 september 2011

De Saffraan in Amersfoort

Op deze dinsdagavond van de restaurantweek had ik gereserveerd bij De Saffraan in Amersfoort.

Pas toen ik de dag zelf de website bekeek kwam ik erachter dat het restaurant is gevestigd op de ‘Hoop op Welvaart’, een honderd jaar oude klipper, inmiddels volledig omgebouwd tot restaurant. Ik had zeer goede dingen gehoord en gelezen over dit restaurant en was dus nieuwsgierig.
Het restaurant ligt net iets buiten het oude centrum van Amersfoort. Parkeren kun je op een nogal desolaat parkeerterrein met veel bouwactiviteiten en dan is het niet ver meer lopen. Jammer dat er geen bewegwijzering is.

Uiteindelijk ontdekten we de boot en we liepen erop. De - later overigens zeer vriendelijke - mevrouw van de bediening was met andere gasten bezig en eigenlijk stonden we daar dus zo’n beetje. Wel een beetje jammer, want een eerste indruk moet toch goed zijn. Ik heb altijd wat moeite om dat dan van me af te zetten.
Iemand anders vroeg of we een aperitief op het dek wilden gebruiken. Dat wilden we wel. Een witte wijn deze keer, een Chileense sauvignon blanc, geselecteerd door de JRE, Casablanca. Ik vond hem wel aardig.

Erbij een eerste amuse. Op een houten blokje voor ons allebei een krokantje van zeealgen met mierikswortel en yuzu. Nog wat cresse en sladingetjes erop en ik vond het een lekker hapje. Mooi fris door de yuzu en gelukkig was de mierikswortel niet heel herkenbaar aanwezig. Ik ben namelijk niet heel dol op mierikswortel, maar dat is natuurlijk persoonlijk.

Na enige tijd kwam een tweede hapje. Op een blaadje met wat nepgroen, wat een soort van tuintje moet voorstellen - ik zag het al eerder ergens - twee potjes, voor ons elk eentje. Bloemkool en perzik. Onderin heel lichte bloemkoolcrème met erop krokantjes van perzik. Een aparte en wat mij betreft zeer geslaagde combinatie.
Het werd wat frissig, dus we vroegen of het mogelijk was dat we al naar beneden gingen, naar het restaurant. Na navragen was dat mogelijk. We liepen dus de trap af en kwamen in het restaurant.

Leuk ingericht, de patrijspoorten en het lage plafond zijn eigenlijk de enige aanwijzingen dat je op een schip zit. Verder ingericht met licht hout, twee ronde tafels, verder veel tweetjes, een lange bank aan de achterzijde met stoelen ertegenover en geen linnen op tafel. Wel nogal kostbare servetten.
Of we wat water wilden. Dat wilden we wel. Men heeft hier eigen water, hoe het precies zit is me ontgaan, ik heb ook niet doorgevraagd. In ieder geval werd het water telkens bijgeschonken en men rekent slechts 3 euro voor water, erg keurig dus.
Het menu voor deze avond stond vast, je kunt kiezen uit drie of vier gangen. Wij kozen natuurlijk voor de vier gangen en ook het wijnarrangement erbij. Wel bekeken we de wijnkaart en die is uitstekend. Divers, voor ieder wat wils en heel vriendelijk van prijs. Ik ontdekte wat favorieten van me voor zeer schappelijke prijzen.

Er verscheen nog een amuse. In een minipannetje, de deksel werd aan tafel eraf gehaald, een ‘groentesoep’. Om met de vingers te eten. Grappig zag het eruit, allerlei groentjes, heel mooi gegaard op een krokantje van het een of het ander. Ik vond het erg lekker, echtgenoot vond het pannetje aan de grote kant, maar dat vond ik nu juist wel grappig.

Na nog wat tijd kwamen er twee lepel met een bolletje. Het was jammer dat we geen wijn meer hadden en eigenlijk stond ik op het punt om dan nog maar een glas wijn te bestellen, maar echtgenoot vond dat we wel even konden wachten. Nou ja, in ieder geval bestonden de bolletjes uit koriander en pinda. Erg lekker vond ik, vooral ook omdat er een flinke citrustoets in zat. Echtgenoot is niet zo dol op koriander en was er minder weg van dan ik.
De eerste wijn werd ingeschonken. Een Italiaanse witte wijn. Een Lugana, Pilandro. Niet onaardig, maar als zo vaak met Italiaanse witte wijnen aan de vlakke kant. Geen avondvullende wijn om zomaar te zeggen.

Voor het menu begon kwam er een laatste amuse. Op een blokje een klein ijsje van komkommer en wasabi en erachter in een buisje een pittige shooter van mango. Ik had geluk dat echtgenoot eerst het ijsje at en me vertelde dat er flink wat wasabi in zat, maar dat het vast zou gaan als ik aansluitend de shooter zou nemen. Dat klopte inderdaad. De komkommersmaak kwam als eerste gelukkig, maar daarna ontstond de bekende chloorreactie van de wasabi. De shooter, die ik erg lekker vond, onderdrukte en normaliseerde de boel weer, wat prima was.


Het eerste gerecht deze avond was makreel. Rauwe makreel met lavendel en zoetzuur. Flinters makreel, mayonaisetoefjes, sla, radijs, het zoetzuur als pakketje in het midden met nog en toets van gember troffen we aan op het mooie bord. Aardig vonden we het. Ik vond het jammer dat het flinters makreel waren. Ik besef dat je met restaurantweken op de kosten moet letten, maar makreel is volgens mij uiterst betaalbaar en wat stukjes makreel zouden het gerecht toch beter uit de verf hebben laten komen. Het zag er wel mooi uit.
De volgende wijn was een wijn uit Umbrië, Castello della Sala, Bramìto del Cervo 2010 en die vond ik prettig. Ik hou van de wijnen uit Umbrië.

Overigens was voor het voorgerecht al een broodje, gewikkeld in een theedoek gebracht. Een lekker broodje, zuurdesem, wat telkens werd aangevuld. Boter, olie en zout stond al op een plateautje op tafel.


Het tweede gerecht waren coquilles. Gebakken coquilles met ‘blote billetjes in het gras’. Twee uitstekend gebakken coquilles kregen we met wat snijboontjes in diverse vormen erbij, vastgeplakt met wat crème van witte bonen (de blote billetjes) en dat alles op een spiegel van witte bonensaus. Erg lekker, zeker toen we er nog wat zeezout, wat op tafel stond, bij gedaan hadden. Het zag er trouwens prachtig uit.
Tussen het voorgerecht en het hoofdgerecht zat wat tijd, waardoor we het interieur wat nader beschouwden.
We vonden het, zoals boven geschreven, wat vreemd dat er geen linnen op tafel lag, maar gaandeweg de avond went dat wel. De stoelen zaten heerlijk overigens en dat vind ik steeds belangrijker worden. De inrichting is verder speels, maar wel heel doelmatig en er hangt ook leuke, althans dat vind ik, ‘kunst’ aan de wanden. Gewoon grappig om te zien. Ook de lampen vond ik erg mooi gekozen.

Het hoofdgerecht werd begeleid door een Anton Bauer, Wagram/Österreich, Cuvée no 13, trocken en die vonden we heerlijk. Diep, mooi van geur en fijn van smaak.

En hij paste goed bij de eend. Tamme eens met pompoenpit, pakketje van pompoen met gekonfijt pootje, saus van gerookte thee en iets van chocolade. De eend was prachtig van cuisson, mooi mals. De groentjes ook en het stukje gebakken paksoi wat erbij lag vond ik heerlijk. Het pakketje van pompoen met de rillette van het pootje vond ik ook bijzonder smakelijk. Een mooi gerecht dit! De chocolade in de saus was nauwelijks te proeven, maar was toegevoegd om het zoetje in de eend te ondersteunen. Leuk bedacht.

We waren toe aan het dessert. Erbij een Tschida, Spätlese Burgenland, Austria. Heerlijk fris, licht zoet en uitstekend passend bij het dessert wat in drieën kwam.

Een soufflé van appelkruimeltaart met aan tafel erin geschepte boerenjongens; witte chocolade met jasmijn, rabarber en cruesli en een blokje mousse van rozenblaadjes met ijs van karamel en bergamot. Ik kan hier kort over zijn: het is lang geleden dat ik zo enthousiast was over het dessert. Wat was dit geweldig lekker zeg. Leuke smaken, leuke combinaties en heel gewoon ontzettend lekker. Ik heb zitten smullen.

Afsluiten deden we met goede espresso waarbij nog wat friandises kwamen.

Een blokje gesuikerde appel, een spekkie van roos met zwarte peper, een canelli met pindakaas, een macaron van koriander en een blokje van citroen met koffie. Ook alweer hele leuke smaken en combinaties. We besloten dat hier erg leuk gekookt wordt, dat de bediening blijkbaar even moest wennen, maar toch wel heel goed is en dat het aangenaam toeven is hier.

dinsdag 27 september 2011

Het restaurant van het Wereldmuseum in Rotterdam

Op de zondagmiddag na mijn verjaardag die zaterdag kwam het er dan eindelijk van! We gingen lunchen bij het restaurant van het Wereldmuseum. Ik had er al heel veel goede berichten over gehoord en ook echtgenoot, die er weleens zakelijk komt, was er zeer over te spreken. Ik had al een paar keer eerder gereserveerd, maar helaas kwam er telkens wat tussen.
Parkeren is geen enkel punt in de omgeving van de Veerhaven en we wandelden in het zonnetje naar het Museum.

Binnen ga je dan linksaf via de wijnbar - waar het ook leuk toeven is, hoewel er soms mensen in korte broek zitten, wat natuurlijk niet passend is in een dergelijke ambiance - naar het ruim opgezette restaurant. Veel vierkante tafeltjes in een lange rij met een bank, niet mijn voorkeur, maar voor een restaurant natuurlijk heel handig, je kunt er veel van kwijt en twee ronde tafels. Eéntje voor 4 in de hoek en ééntje vrij pontificaal aan het begin van het restaurant, pal voor de ingang, met zicht op de wijnbar en de wijnkast. De vloeren van zowel het restaurant als de wijnbar zijn bedekt met precies hetzelfde eiken parket als wij thuis hebben, een leuk detail vond ik.

Stoelen - Endless - van Gelderland, die ik op den duur niet prettig vond zitten, want ze zijn te laag voor mij. De mannen hadden er overigens geen last van.
Een mooie ronde tafel hadden we dus, mooi gedekt al met wat rozen, peper, zout en boter per 2 personen en vrijwel direct kwamen er wat knabbels.

Stengeltjes met zaadjes en kruiden, soms met een flink pepertje, lekker dus. In een glaasje rettichstaafjes met een dip van vadouvan en flink wat wasabi, dus echtgenoot was blij, wat chips van pastinaak met ernaast een romige espuma van geitenkaas. Lekker!
Erbij een glas Cava, een Arte Latino hier en die beviel me prima. We kregen de kaart, zie website, met een uitleg over het lunchmenu (2 gangen) en over het viergangenmenu en eigenlijk waren we vrij snel klaar. Het viergangenmenu zou het worden. Of we water wilden. Ja, dat wilden we wel. Bruisend is hier Badoit, de favoriet van echtgenoot en Maurits, plat helaas Evian en dat vind ik niet lekker.

Toen ik dat vertelde was het geen enkel probleem om gewoon een karaf ijswater te krijgen en dat vind ik een hele prettige service.
Het personeel hier is overigens uitstekend. Goed op de hoogte van de gerechten, aanwezig als het moet, beleefd met een kwinkslag, ze geven fijne toelichtingen op de gerechten, kortom: zoals het hoort in mooie restaurants. Leuk detail vond ik weer dat het logo wat ook op de deur van het restaurant staat terug te vinden is op de rechtermouw van de colbertjes en de overhemden van de heren. Het waren vandaag allemaal heren trouwens.
We bekeken de wijnkaart en die is hier mooi en uiterst vriendelijk geprijsd.
Als witte wijn kozen we een Domaine Tempier, Bandol Blanc, Provence, 2008, gewoon omdat we nog nooit een witte Bandol gedronken hadden. Het betreft een blend van Clairette , Ugni Blanc en Grenache en ik vond hem erg prettig. Licht met een lange afdronk met flink wat kruiden.


Er verscheen een amuse. Licht gepekelde eendenborst met mousse van eendenlever, mais, ras el hanout en voor de heren balsamico. Ik eet geen balsamico. Op een lief klein bordje fijne plakjes eendenborst, mooi zacht, erbij de eendenlevermousse met erop gepofte mais - popcorn dus, nog een streep mais, heel zacht van structuur. Voor de heren dan nog op de mousse enkele druppels balsamico en eerlijk gezegd is de ras el hanout me ontgaan.
Een lekker hapje in ieder geval.


Na enige tijd, terwijl de heerlijkste geuren ons vanuit de keuken bereikten, kwam ons eerste gerecht. Gegrilde geelvintonijn, kropsla, structuren van rode biet, appel, salty fingers, zuurdesemkruim, hazelnoot, Bellota chorizo en mayonaise. Het zag er prachtig uit en zo smaakte het ook. Prachtige, even kort aan één kant geschroeide tonijnstukken, met lekkere kropsla en alle andere genoemde ingrediënten. Salty Fingers overigens zijn de dunne groene staafjes, die je ziet op de foto. Een cressesoort. Licht zilt en zout van smaak, lekker en leuk om te zien. Een flinke portie was het en we vonden het allemaal erg lekker.

Het tussengerecht deze middag was geroosterde grietfilet, waterkers, risotto met paling, koolrabi en een boterjus met rijstazijn. Een perfect stukje griet op een rondje van heerlijke risotto, waarin je duidelijk de paling proefde op een spiegel van saus van waterkers kregen we. Erbij blokjes koolrabi en het geheel afgemaakt met boterjus met rijstazijn. In al zijn eenvoud een erg mooi gerecht. Zo’n gerecht waarvan je eigenlijk wel wat meer wil...

De rode wijn was een bijzondere. De laatste fles aldus de maitre-sommelier, iemand met veel verstand van zaken. Het was een Pinot Noir, 2007, Weingut Schãffer und Zeter, Pfalz, Spãtburgunder waarvan per jaar slechts 1500 worden gemaakt. We hadden al eerder een glas met een laagje wijn erin gekregen om alvast de geur ervan te leren kennen. Hij rook hemels. Zo smaakte hij ook. Mooi diep en toch ook licht genoeg voor een lunch.

Het hoofdgerecht was entrecote van Angusrund met pommes paolo, Roscoff ui, bundelzwammetjes, Hollandaise en rode wijnjus. Twee stukken entrecote troffen we aan, die we eerlijk gezegd weleens wat malser hebben gegeten, maar ze waren wel erg mooi van cuisson. Erbij de bundelzwammetjes, de pommes paolo (kende ik helemaal niet), de roscoff ui, wat gefrituurde mini-artisjokhartjes en de heerlijke Hollandaise saus. Dat alles afgemaakt met een rode wijnjus en alweer waren we tevreden.


Het dessert was een miserable van chocoladegranache, machi (geen idee wat het is) en yuzu, gemarineerde bramen, bramensorbet en vanille pannacotta. Heerlijke bramen kregen we met lekker fris bramenijs, een behoorlijk machtige pannacotta-achtige crème met een duidelijke vanillesmaak en een leuk chocoladeblokje. Het frisse van de yuzu was ook duidelijk te proeven. Een mooi dessert vonden we. Erop nog twee zoete witte stengeltjes van merengue.


We sloten af met drie keer het koffieservies, Ole wilde niet en kregen daar - helaas maar voor drie personen, dat vind ik wel een beetje flauw en dat maken we ook nauwelijks mee - nog wat lekkere snoeperijtjes bij.

Tevreden verlieten we het restaurant van het Wereldmuseum. Op een paar piepkleine minpuntjes na een restaurant om vaker te bezoeken.

zondag 25 september 2011

Hofstede de Blaak in Tilburg

Nog maar een paar uur terug uit Berlijn of ik moet mij al richting Tilburg spoeden. Gelukkig is Maurits zo lief om me te willen rijden, dat scheelt me enorm veel tijd met de trein. Ik heb namelijk een afspraak met twee virtuele kennissen in het favoriete restaurant van één van hen.
Hofstede de Blaak. Een Landhuis uit 1907, inmiddels een rijksmonument. Een mooi terras ervoor. Jammer dat het gebouw momenteel in de steigers staat, zo kon ik niet genieten van het mooie vakwerk. We nemen plaats in de Jachtkamer, veel houten lambrisering, een hoog houten plafond en een wat ouderwets-statige uitstraling. Voor mij iets te donker, maar zoals de uitstekende bediening ons vertelt, er mag niets veranderd worden aan de Jachtkamer, omdat ook deze onder monumentenzorg valt. We krijgen een leuke ronde tafel, altijd prettig. De stoelen vallen qua zitcomfort ietsjes tegen, op den duur begint er toch wat geschuifel te ontstaan. Maar goed.
We beginnen met een glaasje champagne, wat ruim wordt bijgeschonken in dit zeer gastvrije restaurant. Een echt familiebedrijf, hoe het allemaal precies zit weet ik niet meer, maar in ieder geval werkt de hele familie, inclusief aangetrouwden mee hier. De champagne is een Lanson, Black Label. Een blend, maar toch erg lekker. Mooi fris. Hierbij krijgen we een amuse.

Twee oesters. Eéntje met ganzenlever, gember en pistache, de tweede met kreeft en soja. Hoewel ik mijn oesters, zoals bekend inmiddels, liever naturel heb, verrassen deze combinaties me zeer. In positieve zin overigens, de toegevoegde ingrediënten overstemmen de oester niet, integendeel, ze benadrukken het zilte van de oester. Mooi gedaan dus.

Na enige tijd verschijnt een tweede amuse. Gemarineerde zalm met bloemkool, ijs van piccalilly en een gel van eidooier. Op een mooi rond bord een mooi stukje zalm met erop een heerlijk bolletje ijs van piccalilly en gel van eidooier, verder nog wat groentjes en een croutonnetje. De toon van de maaltijd is wat mij betreft gezet en de verwachtingen zijn hoog.
De broodjes worden aangeboden, en de eerste wijn wordt ingeschonken. Een Picpoul de Pinet, Domaine Guillemarine, 2010. Fris en fruitig, zoals een Picpoul betaamt.

Erbij het eerste gerechtje. Gemarineerde zeebaars met mosselcrème, ansjoviskruim, radijs, dashi-gel, zeesla en miso-mayonaise. Het ziet er werkelijk prachtig uit, de mosselcrème in een door de kok zelfgemaakte mal gestopt is prachtig en heerlijk, de zeebaars uitstekend en alle ingrediënten samen, waarbij de frisheid van de zeesla en de komkommer die er ook nog bij zit zeker niet vergeten mogen worden maken het tot een topgerecht. Smullen dit! En een lust voor het oog.

De tweede wijn, een Bellingham Fair Maiden 2008 wordt ingeschonken. Ook een erg prettige wijn, mineralerig met een vette toets. Hij past uitstekend bij de ragout van kreeft en gamba met courgette en knoflook, gepocheerd scharrelei, boerenkruimelkaas en kreeftenjus. Een hele mond vol, maar weer geweldig lekker. Ik ben tegenwoordig erg dol op een gepocheerd ei. Dit ei is uitstekend en vermengt zich erg lekker met de ragout van kreeft en gamba. Het plakje gesmolten oude kaas erop vind ik ook werkelijk iets toevoegen en het schuim van kreeft is ook al erg lekker. Erop nog een cresse van doperwt maakt het plaatje compleet. Complimenten alweer.

We zijn toe aan het hoofdgerecht. Geglaceerde kwartel met slakjes, meiknol, shii-take-crème, fondantaardappel en notenjus. Een werkelijk prachtig geglaceerde kwartel met als verrassing een vulling van eendenlever kregen we. Alle andere genoemde onderdelen ondersteunden dit prachtige beestje op een mooie manier en diep tevreden zaten we vrij stilletjes te smullen van deze heerlijkheid. Erbij een glas Bourgogne, En Truffière 2007, Cuvée Saint-Vincent, Pinot Noir en die paste uitstekend. Een echte bourgogne, zo eentje waar je op den duur lekker slaperig van wordt.
We besloten de kok te vragen om wat extra gerechtjes. Alles wordt hier zo prachtig bereid dat we nog wel meer wilden proeven.

Voor ons alledrie verscheen hierna allereerst tarbot. Geplakt en sous-vide gegaard, hierop een ravioli gevuld met mousse van langoustine vergezeld van een gebakken langoustine. Quinoa, groene asperges en een uiterst verfijnde saus met Laos het geheel afgemaakt met een tomaten vinaigrette. De ravioli is flinterdun, zo knap vind ik dat altijd en de langoustinemousse is erg goed te proeven, leuk! Alweer een prachtig gerecht, wat kan deze kok koken zeg! Erbij een glaasje Waka (kano van de Maori). Marlborough Sauvignon Blanc New Zealand. Een wijn waar ik veel van hou. Ik hou van die hooggelegen sauvignons, die geven de toch wat flauwe sauvignon een veel steviger smaak en afdronk en dat was bij deze ook zo.
Hierna liepen onze wegen even uiteen.

Eén der tafelgenoten wilde graag nog een visgerechtje en kreeg griet met paling, zoetzure komkommer en gekonfijte aardappel , apart erbij sauce Hollandaise en hij was meer dan tevreden. In zijn glas een Chardonnay, hij is niet zo’n liefhebber van Sauvignon namelijk, een Organic 2010, Australië, Ook de wijn kon hem bekoren.

Ikzelf en de andere tafelgenoot waren erg benieuwd naar de krokante zwezerik met gestoofde varkenskoontjes, pittige kikkererwten, snijbiet, zure room, geraspte limoen en tijmjus en ik kreeg ook een glas van de Organic, ik wilde liever witte wijn. Welke rode wijn de andere tafelgenoot kreeg weet ik niet meer, in ieder geval was hij tevreden. Op ons mooie bord de stukjes mooi krokante zwezerik met de koontjes, de genoemde groentjes en een heerlijke tijmjus. Alweer een uitstekend gerecht.

We keerden terug naar het Proeverijmenu en waren toe aan de kaasgang. Nu is één der tafelgenoten daar telkens lyrisch over, dus ik was enorm benieuwd. We besloten dit gerechtje buiten te eten, het was best aardig weer tenslotte. In het glas een Gewürztraminer, Grand Cru Osterberg, Domaine Mittnacht 2003, mooi licht zoet en uitstekend passend bij de munsterkaas met warm aardappelschuim, smeltende eendenlever, truffelvinaigrette en macadamia noten. Onder een cloche in een diep bord eerst de vinaigrette, dan het stukje Munster met erop smeltende eendenlever, de macadamianoten en wat verse amandelen. Erop het aardappelschuim. Ook nog wat krokantjes van het een of het ander en ook dit was weer erg lekker. Ook zonder aardappelschuim denk ik dat het heel erg lekker zou zijn.

Omdat het begon te regenen namen we plaats onder het afdakje, maar nog wel lekker buiten en we kregen een dessertje. Chipolatacrème met aardbeien, aardbeiensortbet, vanille en sinaasappelcrumble. Een mooi langwerpig ovaal bord met heerlijke chipolatacrème, verfrissende aardbeien, sorbet, crumble van sinaasappel en nog wat spongecake. Heerlijk. Erbij twee glaasjes. In de eerste de bekende Elysium Black Muscat, altijd goed en in het tweede glaasje een zoete Merlot, uit de collectie van de familie zelf. Een Palais Royale, Domaine de l’Arjolles en die vond ik bijzonder lekker.
Ik heb sowieso de indruk dat we deze middag erg extra verwend zijn met de wijnen. De gerechten zijn hier allemaal, zonder uitzondering, prachtig, de bediening is uitstekend en de wijnen vond ik verwennerij.

We sloten af met koffie - voor mij een biertje want dat vind ik zo af en toe lekker, met erbij nog drie heerlijke snoepjes en diep tevreden was ik. Ik keer hier zeker terug. Een zeer gastvrij restaurant, waar uitstekend gekookt wordt en waar er een uitstekende afstemming is tussen witte en de zwarte brigade. Een prima middag dus, niet in de laatste plaats door het fijne gezelschap.
Maurits reed me terug, wat ook erg ideaal is. Ik ben benieuwd naar wat de gidsen in november/december gaan melden over dit restaurant, ik heb er hoge verwachtingen van.

zaterdag 24 september 2011

Berlijn 7 t/m 10 september 2011

Uiteraard hadden we weer vertraging op Schiphol maar nog redelijk op tijd checkten we in in het hotel waar we drie nachten zouden verblijven, hotel De Rome. Een schitterend hotel met een prachtig dakterras. De kamers hier zijn luxe, ruim en van werkelijk alle gemakken voorzien.


De welkomstborrel vond plaats op het nogal winderige dakterras en was daarom vrij kort.
Vrij vroeg in de avond vertrok ons gezelschap per bus naar de Nederlandse Ambassade, waar we werden ontvangen door de Nederlandse Ambassadeur. Voorafgaand aan dat ontvangen worden kregen we een zeer uitgebreide rondleiding door dit erg mooie, maar bepaald niet erg praktische gebouw.

Het gebouw, ontworpen door Rem Koolhaas, heeft geen aparte verdiepingen, maar is gebouwd als een soort hellingbaan die door het hele gebouw cirkelt. Dwars door het gebouw loopt een diagonale zichtas die uitzicht biedt op de Fernsehturm. Er is vastgelegd dat er nooit gebouwd mag worden tussen de ambassade en de Fernsehturm, maar een naastgelegen hotel heeft plannen om uit te breiden en zou dan precies in die zichtas gaan bouwen. Stress dus op de ambassade.
De borrel, sekt hier, was op het dak van de ambassade wat een prachtig uitzicht bood op de Spree. Naderhand cirkelden we weer helemaal naar beneden, naar een gigantische zaal met een heel hoog plafond en grote ramen, waar allemaal mooie ronde tafels waren opgesteld en waar het formele diner zou plaatsvinden.


De eerste wijn werd ingeschonken, Rieslingle Princes Abbes’, AOC, Domaines Schlumberger, Elzas, 2009.
Een fijne, behoorlijk droge Riesling.
Het eerste gerecht werd opgediend. Röllchen von der Seezunge mit Pak Choi-Füllung und geräuchertes Black Tiger Garnelen auf Curcuma-Spiegel.
Rolletjes van zeetong gevuld met Pak Soi en een gerookte Black Tigergarnaal op een sausje met kurkuma dus.
Ik vond het een heel aardig gerecht, zeker in aanmerking nemend dat het om een gezelschap van ruim 80 personen ging.
De zaal overigens was qua akoestiek niet geheel goed ingericht voor zoveel mensen, het geluid zwol aan en aan en op den duur kon niemand meer iets verstaan, dat was vervelend.

Het tweede gerecht was zoals zo vaak in Duitsland soep. Een geträffelte Schaumsuppe von der Bonenkresse mit sautiertem Filet vom Strauss.
Een verrassend lekker soepje kregen we, opgeschuimd met erop fijngehakte cresse van bonen (blijkbaar) en erin twee geweldig lekkere stukjes gebakken struisvogelfilet. Boterzacht waren ze en heerlijk van smaak. Ik had nog nooit struisvogel gegeten, ik was het ook niet van plan eerlijk gezegd, maar ik vond het dus echt lekker.

Na de nodige toespraken waren we toe aan het hoofdgerecht. Hierbij werd een Zweigelt, Qba, Paul Achs, Neusiedlersee, Österreich 2009 geschonken. Een vrij lichte allemansvriend maar ook dat begrijp ik volkomen.

Het hoofdgerecht deze avond was Im Tramezzinimantel gekräutertes Angusrind an Rapsjus, gefüllte Kohlrabi-Körbchen mit Torte vom Erdapfel.
Angusrund dus, perfect van cuisson overigens wat ik heel erg knap vond, omgeven door een laagje van casinowitbrood wat mooi krokant was gebakken. De kruiden tussen het broodlaagje en het rund waren ook erg lekker. De jus van raapjes paste er uitstekend bij. Erbij een bakje van koolrabi met wat andere groentjes erin, ook al lekker en ook het stukje aardappeltaart vond ik erg lekker. Knap om voor zo’n groot gezelschap zoiets lekkers op tafel te zetten!


Het dessert kwam op mooie vierkante borden. Om en om rood en zwart en het zag er schitterend uit. Het ging om Schwarzwalder Kirsch im Glas an Mascarponecreme und gepfefferten Erdbeeren. In het glas in laagjes een uit elkaar gehaalde om zomaar te zeggen Schwarzwalder Kirschtorte, heerlijk fris door de kersen en op het bord de mascarponecrème met de aardbeitjes. De peper is me ontgaan, maar ik vond het een heerlijk dessertje.
We sloten de avond hier af met koffie en bonbons en de bussen brachten ons laat op de avond terug naar het hotel.

Na het uitstekende ontbijt de volgende ochtend gingen de congresgangers vroeg aan de slag en ook de partners hadden een drukke dag voor de boeg.
Met een bus reden we met een uitstekend Nederlands pratende Duitse gids, van beroep architect, door Berlijn.
Eerst in algemene zin over de Unter den Linden, waarna we een stop hadden bij het Holocaust Monument.

Indrukwekkend vond ik het. Boven de grond het kunstwerk, onder de grond het (kleine) museum, wat ik nog veel indrukwekkender vond. Jammer dat we zo weinig tijd hadden, ik kon helaas de hele toer met audio niet helemaal afmaken. Maar ik vond het enorm indrukwekkend.

Hierna gingen we een flink stuk wandelen door de stad, waarbij we onder andere langs de Hackeschen Hofe, een aantal binnenplaatsjes midden in de stad met elk hun eigen gezicht. De meeste gevels zijn in Jugendstil, maar er zitten ook hele moderne, ook erg mooie bij. Heel veel winkeltjes en restaurantjes vind je hier ook.

De route richting het Nicolaiviertel leidde ook langs de eerste (er schijnen er vier te zijn), inmiddels geruimde, Joodse begraafplaats, waar een prachtig beeld is geplaatst. Tussen de straatstenen zie je hier ook regelmatig messing plaatjes met daarop de naam van degene die op een zeker moment gedeporteerd is. Een heel vreemde gewaarwording vond ik het om in zo’n moderne, nieuwe stad waar ongelofelijk veel gebouwd en gerenoveerd werd, wordt en zal worden, zoveel tastbare herinneringen aan ook hun oorlogsleed te zien.

De lunch was is een authentiek Berlijns restaurant. Het was het restaurant Zur Gerichtslaube, een vriendelijk buurtrestaurant met ook allerlei zaaltjes. We begonnen met wat water en al snel kwam er ook een glaasje wijn op tafel. Voor mij was dat een Riesling, Geisenheimer Fuchsberg, Rheingau, Deutschland, die ik erg prettig licht en bloemig vond, de andere dames (het waren alleen dames deze keer) hadden liever een Chardonnay en die kwam uit Frankrijk.

Het eerste gerecht was soep. Ik ben vergeten een foto te maken maar het was een krachtige wildbouillon met reepjes van kruidenpannenkoek en bospaddestoelen. Lekker.
Erna een gigantisch bord met een grote gemengde salade met gebraden reepjes kalkoen. Lekker, maar veel en veel te veel, dus ik heb zo ongeveer de helft laten staan. Jammer vind ik dat altijd.

Als dessert kregen we nog een veel te groot stuk ovenverse appeltaart, warm ook nog. Ook erg lekker, maar veel te machtig helaas. Ook dit heb ik niet opgegeten.

Onze enthousiaste gids had de bus weer laten komen en onze rondrit door Berlijn ging weer verder. Heel veel hebben we gezien met heel veel zeer interessante, vooral architectonische details die toch een ander licht werpen op de manier waarop Berlijn is heringericht, heel interessant dus.

We moesten nog even koffie en taart eten om half 4 (!), blijkbaar een gewoonte in Duitsland, ik heb het bij thee gehouden, maar we zaten wel op de topverdieping van de bekende Kollhoff-tower, waar het uitzicht helemaal geweldig is. Het was een prachtige heldere dag, toevallig droog, dus we hadden geluk.
Vrij laat waren we terug in het hotel, dus we moesten ons snel omkleden, waarna we met zijn allen naar het Opernpalais liepen, wat om de hoek van het hotel ligt.
De ontvangst met aperitief (men is in Duitsland blijkbaar erg dol op bubbels, ook hier kregen we ze, nu een Prosecco Colli Trevigiani) was in de statige hal van het Palais, waar ook een cabaretière geheel in stijl voor de nodige kwinkslagen zorgde.
Het diner vond plaats in een prachtige ruime zaal (zie link hierboven) met wederom heel veel ronde tafels, deze keer prachtig overdadig opgemaakt met verse groenten en fruit. Water stond al op tafel, ook de menukaartjes stonden klaar en het prima personeel zorgde ervoor dat iedereen een vol glas water had en daarna werd de eerste wijn ingeschonken. Een 2010, Cape Bridge White, Chenin Blanc, Südafrika.
Het eerste gerecht was een gemarineerde rucolasalade met garnalen en Jacobsmosselen aan een stokje en gedroogde tomaten. Een gigantische berg rucola kregen we, met erop behoorlijk wat balsamico. Nu haat ik balsamico, je krijgt en kreeg het overal te pas, maar vooral te onpas bij en ik eet het gewoon niet meer, dus ik heb de rucola niet aangeraakt. De tomaatjes vond ik ook maar zozo, maar okay, die gingen wel en het spiesje met de vis was aardig, maar ook niet meer dan dat.

Het was een diner met cabaret. Niet zomaar cabaret, opera geschoolde cabaretiers waren het. Met prachtige stemmen en een groot acteertalent. Ik heb genoten van hun optredens, hun zang en hun humor. Tussen de gangen door kwamen er telkens nieuwe aria’s, vaak met een komische noot op het podium, maar ook tussen het publiek door, erg leuk.

Het tussengerecht was soep. Een crèmesoepje van schorseneer met crostini van eend. Ik ben helemaal niet zo soepig, maar dit was echt een bijzonder lekker soepje. Hoog op smaak, ik hou trouwens veel van schorseneer, fijn gekruid, nog wat olie toegevoegd en de stukken, want het waren echt stukken, die je eigenlijk zou willen snijden, eend die erin lagen waren geweldig. Volgens mij wilde eend, maar boterzacht. Heerlijk. Ik was natuurlijk inmiddels ook wel weer toe aan iets te eten...
De rode wijn deze avond was ook van Cape Bridge, Coastal Pinotage uit Zuid-Afrika, maar ik hield het bij witte wijn.

Het hoofdgerecht was varkensfilet in Serranoham gewikkeld met tomatengnocchi, parmezaan en saliejus. Het bord was zeer aardig opgemaakt. Helaas was het vlees loeizout. Ik ben een hartige eter, dus als ik iets zout vind, dan is het ook zout. Het was ook iets te droog helaas. Het parmezaan koekje was wel lekker, evenals de peultjes en de saliejus. De gnocchi waren ronduit vies. Klef, zwaar, smakeloos, dus die heb ik laten liggen.


Het dessert wat verscheen na weer een prachtig optreden van de vier jonge mensen was mousse van mango en karnemelk met perziksorbet. In aanleg natuurlijk een leuk dessert, maar op de een of andere manier was het duf. Niet fris en de smaken kwamen helemaal niet tot hun recht. Echt jammer want een fris dessertje kan zo fijn zijn als afsluiter.
Erna kregen we nog niet al te beste koffie met wat snoeperijtjes en later liepen we terug naar het hotel. In de hotelbar was het bijzonder gezellig, er speelden een jongen en een meisje heerlijke deuntjes, dus daar hebben we nog een half uurtje doorgebracht.

De volgende dag begon zo mogelijk nog vroeger, onze enthousiaste gids had een hele volle dag in elkaar getimmerd en keurig op tijd vertrokken we met de bus naar Potsdam en de Wannsee.
In de ochtend hadden we na een niet te lange busreis met mooie verhalen van onze gids over hoe het was toen de muur er nog stond, heel interessant, een erg onderhoudend bezoek aan das Neues Palais in Potsdam.

Het barst er van de paleizen, maar dit schijnt wel een heel bijzonder paleis te zijn. Grappig was ook dat iedereen over haar schoenen grote vilten sloffen aan moest ter bescherming van de werkelijk prachtige parketvloeren, maar wat direct wel iets joligs meebracht. Met de bus reden we nog door wat wijken van Potsdam, ook langs het Höllandisches Viertel, vier straatjes die inderdaad zeer Hollands aandoen, leuk om te zien.

We lunchten in der Alte Meierei, gelegen aan de Wannsee, maar dat stelde niet heel veel voor, ik heb maar geen foto gemaakt van de gestoomde forel met gekookte aardappeltjes en een bakje komkommer in het zuur....Als dessert twee warme flensjes gevuld met bosbessen en een vanillesausje.
Na nog een wat koud boottochtje op de Wannsee stapten we weer in de bus voor een ritje naar een of andere vrij toeristisch aandoende hoeve waar we thee met taart (voor de liefhebbers dan) kregen. Hier namen we ook met een klein cadeautje alvast afscheid van onze gids, die ons aansluitend met de bus terugbracht naar het hotel.
Het was al weer snel tijd toen voor het avondeten en we wandelden naar de Gendarmenmarkt waar we in de Gendamerie, in het souterrain, de Austernbank, wat voor deze gelegenheid met tafels van 8 was omgebouwd tot een soort Biergarten en waar later ook nog een disco plaatsvond. (Ooit heb ik eens geluncht in Frisschen Fritz aan de Gendarmenmarkt, als weblog het weer doet, zal ik een link plaatsen).
De witte wijn was hier een Schloss Johannisburger Gelblack, Riesling Qualityweine, dry, vineyard Schloss Johannisburg Rheingau en die was prima.

Het eerste gerechtje van deze avond was een rundercarpaccio met een salade met tomatenbrood in Toscaanse stijl. Een rondje goede carpaccio kregen we, met erop de tomatenbroodvierkantjes, uiteraard pijnboompitjes, maar hier dan geschroeid, wat rucola en wat flinters parmezaan. Gewoon een goede carpaccio.

Erna de onvermijdelijke soep. Een essence zoals ze het hier noemen van kalfsstaart, flink dubbelgetrokken met een ravioli met abrikoos. Een zeer ongewone combinatie, maar wel erg lekker en erg leuk gevonden vond ik. Nog wat kruiderijtjes maakten deze prima bouillon mooi af.
De rode wijn was een Italiaanse, een Chianti, maar ik hield het deze avond verder bij wit.

Het hoofdgerecht was ‘canard au vin’. In een diep bord lagen wat noedels met een lichte kaassmaak waar wat spinazie doorheen was gegaan met erbij nog een sjalotje en wat wortel. Erop wat stukjes licht taaie eend en in mijn bord, maar dat was niet bij iedereen het geval, ook nog een lekker stuk confit de canard. Nu hou ik daar veel van, dus ik heb de poot met smaak opgegeten, de rest vond ik iets minder aantrekkelijk.

Het dessert tenslotte was champagnemousse met bosbessen en andere seizoensbessen. Het zag er mooi uit en smaakte ook wel aardig. De champagne proefde ik niet, maar dat gebeurt wel vaker.
Hierna nog koffie met vast wat snoeperijtjes erbij, ik weet het niet meer precies en daarna barstte het feest met disco los. Daar had niet iedereen zin in, dus met een klein gezelschap, wat later groter en groter werd, liepen we naar de hotelbar, waar we nog een hele tijd genoeglijk hebben zitten babbelen.

De zaterdag moesten we alweer vroeg op. Na het ontbijt checkten we uit, de koffers zouden alvast naar het vliegveld worden gebracht en toen we buiten kwamen stond het hele plein vol met trabanten......

We zouden namelijk een trabitour maken door Berlijn. Nou, dat hebben we gedaan, dat was bijzonder geestig en weer heb ik dingen gezien die ik nog niet eerder had gezien, wat een prachtige stad is Berlijn toch.

We sloten het congres af met een staande lunch bij restaurant Tucher, naast de Brandenburger Tor, waar we eerst nog staand op het plein met zicht op hotel Adlon (als weblog het weer doet zal ik een link naar mijn recensie plaatsen) een aperitief dronken.


Een deel van het gezelschap vertrok met de vroege vlucht, dus nadat we afscheid hadden genomen van hen sprongen we in een taxi en lieten ons naar KaDeWe brengen waar we ons vergaapt hebben aan de delicatessenafdeling en nadat we nog heerlijk wat op een terras gezeten hadden gingen ook wij naar het vliegveld om weer naar huis te gaan.

Berlijn is absoluut aan te raden voor een bezoek.